Je hebt suiker en suikers… Suiker is de simpele zoals wie die allemaal kennen: de tafelsuiker, de geraffineerde suiker die in koekjes, gebak, snoepgoed e.d. zit. De suiker die je in je koffie of thee gooit en die meestal aan alles wat zoet smaakt is toegevoegd. Deze suiker noemen ze in de scheikunde sucrose.
Je hebt ook suikers. Dit zijn koolhydraten in verschillende vormen. Het interessante is dat de meest complexe suikers het beste voor je zijn. Complexe suikers zijn bewerkelijk voor je lichaam omdat het eerst in stukjes geknipt moet worden voordat ze worden opgenomen. Extra werk dus maar veel beter voor je bloedsuikerspiegel. De suikers die je bloedsuiker het minst laten stijgen zijn het beste om te eten, ze hebben een lage glycemische index. Bonen, peulen, groente bijvoorbeeld kosten je lichaam extra werk om af te breken. Ze bevatten veel vezels en zorgen ervoor dat je bloedsuiker niet te snel stijgt. Als je bloedsuiker niet te hoog wordt is er ook minder insuline nodig om deze weer te laten dalen.
Fruitsuikers zijn ook suikers en in combinatie met de vezels, vitaminen en mineralen die fruit bevat zijn ze gezond! Het is dus van belang de hele vrucht te eten zodat je de voordelen benut. Bij vruchtensap zijn de vezels uit het fruit geperst en dus ook de voordelen.
Eten uit de natuur is in vrijwel alle gevallen goed. Groente/ fruit/ bonen/ peulvruchten/ noten/ zaden zijn hele mooie vormen van koolhydraten die je lichaam goed kan gebruiken. Ze leveren vitaminen, mineralen, en voeden je darmen! Gewone suiker daarentegen zorgt voor een flinke piek in je bloedsuiker, kost je veel energie, rooft vitaminen en mineralen, en beschadigt je darm! Dus… welk soort suiker kies jij vandaag? 😉
